Opvallende uitkomsten uit een onderzoek van de RVO
Vijf opvallende laadgewoonten van Nederlanders
Om het laadgedrag in Nederland in kaart te brengen, heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland grootschalig onderzoek gedaan. De onderzoekers bekeken een miljoen laadtransacties en interviewden de bestuurders van (semi-)elektrische auto’s over hun laadgedrag en hun ervaringen. De uitkomsten van het onderzoek leiden tot opvallende conclusies van de Rijksdienst.
1. Nederland laadt té lang op
Een heel groot deel van de transacties (88 %) duurt drie of meer keer zo lang als noodzakelijk is. Dat blijkt als je het vermogen van het oplaadpunt vergelijkt met de overgedragen energie. De auto blijft vaak langer aangesloten aan het oplaadpunt dan strikt nodig is voor de laadtransactie.
2. 46 % gebruikt altijd hetzelfde oplaadpunt
Het grootste gedeelte van de bestuurders (46 %) gebruikt maar één oplaadpunt, bijvoorbeeld dat van thuis. Het aantal laadpunten in een provincie of de regio heeft geen aantoonbare invloed op het oplaadgedrag van berijders van een elektrische auto. In Nederland is bovendien altijd wel een oplaadmogelijkheid beschikbaar.
3. Opladen, ook als de batterij niet leeg is
Het energieniveau speelt maar een zeer beperkte rol bij de beslissing om de batterij op te laden. Bestuurders sluiten hun auto routinematig aan op de lader, ongeacht of de batterij vol of leeg is.
4. Laden gebeurt in de avond en ochtend
Veel EV-eigenaren sluiten hun auto aan op de lader als ze ’s avonds thuiskomen, of juist ’s ochtends, als ze op het werk zijn. Vooral op werkdagen piekt het aantal starts van laadtransacties.
5. Geen angst om stil te staan
PHEV-rijders en bestuurders van volledig elektrisch aangedreven auto’s (FEV) hebben geen last van zogenoemde range anxiety – de angst om stil te vallen met een lege batterij.